(1858 – 1879)Bernadette Soubirous

Bernadette woont in een molen in het stadje Lourdes in Frankrijk. Haar vader is een molenaar. Omdat ze niet veel geld hebben, gaat Bernadette bij een tante wonen in een dorpje vlakbij. Daar moet ze allerlei karweitjes doen. Zo moet ze voor de schapen zorgen. Maar dat vindt ze helemaal niet erg. Want zo kan ze veel buiten zijn.

Op een dag gaat Bernadette hout verzamelen. Haar zusje en een vriendinnetje gaan ook mee. Maar die lopen zo hard, dat Bernadette ze niet bij kan houden. Als ze bij een grot komt, gaat ze even zitten om uit te rusten. En ineens ziet Bernadette iets heel bijzonders: een mooie dame in witte kleren.
Ze roept de twee andere meisjes, maar die zien helemaal niets. Dat is wel heel wonderlijk, want Bernadette ziet haar toch echt. Die mooie dame is Maria, de moeder van Jezus.

Bernadette bidt aan de grot

Bernadette gaat nog een paar keer terug naar de grot. Ze hoopt dat ze de dame weer zal zien. En dat gebeurt ook. Eén keer zegt Maria dat ze van de bron moet drinken. Maar Bernadette ziet helemaal geen bron. Daarom graaft ze een kuiltje in de grond. Ze moet een paar keer diep graven en dan komt er wat modderig water naar boven. Hoe dieper ze graaft hoe zuiverder het water van de bron is.

De mensen in het dorp willen ook wel Maria zien. Ze gaan een paar keer met Bernadette mee, maar zien niets. Maria verschijnt alleen aan Bernadette.
Er gebeuren wonderen bij die plek. Zieke mensen die van het water van de bron drinken, worden weer beter. Daardoor gaan er nog meer mensen naar de grot waar Maria verscheen.

Bernadette vindt al die aandacht en drukte niet fijn. Als ze wat ouder is, wordt ze zuster in een klooster in Nevers. In dat klooster leidt ze een stil leven en bidt ze veel. Daar sterft ze als ze 35 jaar is.

In 1933 wordt Bernadette heilig verklaard. En Lourdes is nog steeds een van de bekendste en grootste bedevaartplaatsen.

Meer weten: Bedevaart

© Missio Nederland 2013